Zelf noemt hij het "psychiatrische verhalen" over mensen die dicht bij huis toch de weg kwijt raken en op een gegeven moment de wereld van de realiteit inruilen voor die van de fantasie en de waan.
Het zijn met vaart en humor geschreven verhalen waarin zorgvuldig toegewerkt wordt naar plots en ontknopingen die verrassend, luguber of onthutst ontroerend zijn.
Hilbert Kuik publiceerde eerder romans en verhalenbundels bij Meulenhoff en enkele psychologisch thrillers bij Signatuur /Bruna. Hij kreeg de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs in 1978 voor zijn roman 'Het Schot' en gooide hoge ogen met zijn eerste verhalenbundel 'Ojongensjongens, wat een gepiep' (1972). Gerrit Komrij schreef daarover in Vrij Nederland: "En er is maar één feil die Hilbert Kuik uiteindelijk de lauwerkrans onthoudt: de 'ongesmeerde broodjes' van bladzijde 148 zijn op bladzijde 149 opeens gesmeerde broodjes', terwijl het jammer genoeg dezelfde broodjes zijn.
Zijn passie voor schrijven ontwikkelde zich tijdens zijn studie in de Medicijnen. Van 1959 tot 1961 was hij redacteur van het studentenweekblad Propria Cures. Na zijn studie werkte hij van 1966 tot 1969 als arts in een psychiatrische inrichting in Oeganda (Oost Afrika). Zijn brieven in Vrij Nederland over zijn belevenissen daar, werden in 1970 gebundeld in zijn eerste boek "Vreemde Eend".
Hilbert Kuik was als psychiater/psychotherapeut werkzaam bij een Amsterdamse GGZ-instelling.