Je was een engeltje geworden, zei iemand.
Een ster, zei iemand anders.
En wij? Wij keken naar de grond.
Dit is een boek over een reis van verlies. Voor iedereen die geen moeder, vader, ouder, broer, zus of dierbare werd. Maar dit wel was. En nog altijd is.
Dit bijzondere prentenboek werd gemaakt want:
Er zijn honderden prentenboeken over baby's krijgen. Er zijn honderdduizenden prentenboeken om samen met jonge kinderen te lezen. Echter, er zijn bijna geen prentenboeken over het verlies van een kind voor of rondom de geboorte. Terwijl in Nederland ongeveer een op de twaalf zwangerschappen eindigt in een miskraam. Er is geen prentenboek voor alle leeftijden, voor iedereen die geen moeder, vader, ouder, broer, zus of dierbare werd, maar dit wel was (en nog altijd is).
Voor dit boek ging schrijver en voormalig psycholoog/antropoloog Marjolein Visser - voor wie dit thema een persoonlijke lading heeft - in gesprek met mensen die dit verlies hebben meegemaakt en met zorgprofessionals. Zowel gynaecologen en verloskundigen dachten mee, maar bijvoorbeeld ook een huisarts die gespecialiseerd is in het begeleiden van queer stellen. Marjolein Visser luisterde verder naar bijvoorbeeld single moeders die met een donor een kind probeerden te krijgen, naar hetero- en queerstellen, naar vaders die worstelden met het niet dragen van het kind en kinderen die hoopten op een broertje of zusje. Ook verschilden de verhalen wat betreft de tijd van verlies: sommige van de geïnterviewden verloren hun kind na enkele weken zwangerschap, anderen maakten bijvoorbeeld na zeven maanden zwangerschap een doodgeboorte mee.
Allen zeiden: ik verloor een kind. (of broertje, zusje, kleinkind.)
Dit boek is voor hen allemaal.
NB. Daarom zijn de personages in dit prentenboek neutraal getekend: ze kunnen bijvoorbeeld zowel een hetero- of queerstel, of single moeders representeren, als een ouder en een kind.
Een ster, zei iemand anders.
En wij? Wij keken naar de grond.
Dit is een boek over een reis van verlies. Voor iedereen die geen moeder, vader, ouder, broer, zus of dierbare werd. Maar dit wel was. En nog altijd is.
Dit bijzondere prentenboek werd gemaakt want:
Er zijn honderden prentenboeken over baby's krijgen. Er zijn honderdduizenden prentenboeken om samen met jonge kinderen te lezen. Echter, er zijn bijna geen prentenboeken over het verlies van een kind voor of rondom de geboorte. Terwijl in Nederland ongeveer een op de twaalf zwangerschappen eindigt in een miskraam. Er is geen prentenboek voor alle leeftijden, voor iedereen die geen moeder, vader, ouder, broer, zus of dierbare werd, maar dit wel was (en nog altijd is).
Voor dit boek ging schrijver en voormalig psycholoog/antropoloog Marjolein Visser - voor wie dit thema een persoonlijke lading heeft - in gesprek met mensen die dit verlies hebben meegemaakt en met zorgprofessionals. Zowel gynaecologen en verloskundigen dachten mee, maar bijvoorbeeld ook een huisarts die gespecialiseerd is in het begeleiden van queer stellen. Marjolein Visser luisterde verder naar bijvoorbeeld single moeders die met een donor een kind probeerden te krijgen, naar hetero- en queerstellen, naar vaders die worstelden met het niet dragen van het kind en kinderen die hoopten op een broertje of zusje. Ook verschilden de verhalen wat betreft de tijd van verlies: sommige van de geïnterviewden verloren hun kind na enkele weken zwangerschap, anderen maakten bijvoorbeeld na zeven maanden zwangerschap een doodgeboorte mee.
Allen zeiden: ik verloor een kind. (of broertje, zusje, kleinkind.)
Dit boek is voor hen allemaal.
NB. Daarom zijn de personages in dit prentenboek neutraal getekend: ze kunnen bijvoorbeeld zowel een hetero- of queerstel, of single moeders representeren, als een ouder en een kind.