Sinds zijn romandebuut Marcel (1999) werkt Erwin Mortier aan een consistent oeuvre. Zowel voor zijn proza als zijn poëzie put hij inspiratie uit zijn persoonlijke geschiedenis en omgeving, die hij met een ongelooflijke taalprecisie tot leven wekt. Vergeten licht opent met een cyclus waarin dezelfde grootmoeder aan het woord is die ook in Marcel al een voorname rol speelde. Zo laat Mortier nauwkeurig zien hoe het verleden doorwerkt in het heden. In zijn stadsgedichten, die hij in de periode 2005-2006 schreef en die werden samengebracht in de bundels Uit één vinger valt men niet en Voor de Stad en de Wereld, doet hij hetzelfde voor de stad Gent: aandacht vragen voor personen, plaatsen en momenten in de stadsgeschiedenis die licht vergeten worden.