Niet iedereen is blij met de komst van het gloednieuwe appartementencomplex Nieuw Babylon. De bewoners van de
laagbouw in 'oud' Babylon moeten straks tegen twee zandkleurige torenflats aankijken, en de bewoners van de chique
vooroorlogse Bomenwijk zien met lede ogen aan hoe de stad in handen raakt van nieuw geld uit vreemde werelden. Als in de snikhete zomer de voorstad wordt geteisterd door een wespenplaag, vervaagt de scheidslijn tussen beschaving en ondergang. In Voorstad lezen we de getuigenissen van de familie Gregory uit de Bomenwijk en de familie Slimani uit oud-Babylon. Hun verhalen staan symbool voor een tijdsgewricht waarin veel op de helling staat: politiek bestuur, religie, klimaat, sekse en de waarheid.
Geestig, wrang en grotesk. In Voorstad, zijn tiende roman, culmineert Van Aaltens verbazing over de moderne mens in een ultiem epos.