In deze studie gaat Lisa Demets in 693 oorkonden van de Brabantse vorsten en vorstinnen tijdens de periode 1106-1248 op zoek naar sporen die wijzen op hun omgang met macht. Met welke machtsgroepen hadden ze te maken? Wie machtigde hen? Hoe versterkten ze hun positie? Welke groepen en instellingen – zoals de adel, de abdijen, de aangetrokken ‘ambtenaren’ – waren betrokken bij de omzetting van macht in legitiem gezag, en hoe? Welke inbreng hadden de echtgenotes en hoe is dat te achterhalen vanuit de bestudeerde stukken? De auteur vergelijkt de antwoorden op deze vragen ook met de gang van zaken in de naburige vorstendommen van het thans grensoverschrijdende gebied Brabant.
In dit boek gaat Lisa Demets op een creatieve wijze om met haar bronnen: hoe werden de oorkonden opgesteld en welke tendensen kunnen er binnen hun vaste stramien afgeleid worden omtrent de omgang met en de consolidatie van macht? Op grond van de analyse van het ‘discours’ speurt ze naar termen die de machtsrelatie aan het licht brengen. Door ook aandacht te schenken aan de genderproblematiek, komt de auteur tot vernieuwende inzichten in de rol die de echtgenotes van de hertogen speelden.
Lisa Demets (°1991, Wevelgem) studeerde aan de Universiteit van Gent. Met de grootste onderscheiding behaalde ze het meesterschap in de Geschiedenis, met een specialisatie in de mediëvistiek. De promotor van haar masterscriptie was prof. dr. Els De Paermentier. Thans doctoreert ze onder leiding van prof. dr. Jan Dumolyn over de handschriftentraditie van de ‘Excellente Cronike’ van Vlaenderen, waarin ze eveneens op zoek gaat naar ideologische aspecten.