In Vrede op Ithaca heeft Sándor Márai van de mythische figuur Ulysses, zoals Odysseus bij hem heet, een mens van vlees en bloed gemaakt, een man die in het volle leven staat en denkt dat hij heer en meester is over zijn eigen bestaan. Maar de goden hebben anders beslist.
Net als in Kentering van een huwelijk laat Márai in Vrede op Ithaca drie vertellers aan het woord, die ieder hun eigen beeld hebben van de hoofdpersoon Ulysses: zijn vrouw Penelope, zijn zoon Telemachus en zijn bastaardzoon Telegonus vertellen ieder over de man die ze menen te kennen. Dat levert drie totaal verschillende verhalen op. In de epiloog voegt Márai hier zijn eigen beeld van Ulysses aan toe. Zo stelt hij in deze roman de universele vraag in hoeverre wij in staat zijn de ander echt te leren kennen, terwijl ieder van ons zo hunkert naar werkelijk contact.
Kort na de Tweede Wereldoorlog besloot Sándor Márai (1900-1989) zijn vaderland Hongarije voorgoed te verlaten. Na jaren van omzwervingen door Europa vestigde hij zich uiteindelijk in de VS. Hij schreef vele romans, verhalen, gedichten, toneelstukken en essays. In 1999 begon de succesvolle herontdekking van zijn oeuvre met de roman Gloed. Tegenwoordig wordt Márai beschouwd als een van de belangrijkste Europese schrijvers van de twintigste eeuw.