Van oudsher richten mensen zich tot een religie om hun menselijke waarden te ontwikkelen. De Dalai Lama begrijpt dat dit tegenwoordig voor velen niet meer opgaat. Hij wil niet alleen tegenstellingen tussen gelovigen en ongelovigen overbruggen, maar ook die tussen aanhangers van religies onderling. Volgens hem is het belangrijk dat we een seculiere ethiek ontwikkelen, die gebaseerd is op wetenschappelijke grondslag in plaats van religieuze overtuiging. Het gaat hem om de universele educatie van hart en geest.
Het tweede deel van het boek gaat over de praktische training van de geest waarmee we onze innerlijke waarden kunnen ontwikkelen. Het is op iedereen, waar ook ter wereld, van toepassing en direct gericht op het omzetten van destructieve emoties in menselijke waarden.
'Om een harmonieuze en vreedzame wereld te bouwen, hebben we meer nodig dan alleen tolerantie en begrip tussen de verschillende religies.'