Leiden, 1783. Cornelia en Severijn zijn al jaren vrienden. Severijns vader vindt de vriendschap ongepast, onder andere door de standsverschillen, en stuurt zijn zoon naar Engeland in een poging het paar uit elkaar te houden. Als Severijn eenmaal terugkomt, is er veel veranderd. Cornelia heeft interesse opgevat voor politiek en sluit zich aan bij de patriotten. Hun eens zo hechte band is onherkenbaar veranderd en dat zit Severijn dwars. Hij wil geen kant kiezen, maar hij wil ook Cornelia niet verliezen.