Vrijmetselarij is een van de weinige initiatietradities in het Westen. Ontstaan rond het einde van de renaissance, in een context van uitzichtloze godsdienstoorlogen binnen het Christendom, werd het een project dat de soevereiniteit van individuen centraal stelde, terwijl tegelijk spirituele, rituele en symbolische afspraken en acties werden uitgewerkt. De auteur onderzoekt, zoals een antropoloog, hoe deze traditie zich vandaag in een diep veranderde wereldcontext, met mondiale interdependentie en wereldwijde culturele en religieuze interacties, mogelijks moet herbronnen. Sommige van de principes van de traditie blijven uitzonderlijk en kunnen werken als belangrijke verbindende instrumenten voor de mens in een periode van politieke en economische kanteling op wereldschaal. Dit boek wil aanzetten bieden om de nieuwe context aan te gaan binnen de vrijmetselarij en zo mensen in alle diversiteit te erkennen en tegelijk te verenigen.