Terwijl je nog zit te grinniken om de banaliteit van het dagelijkse leven, word je mee de afgrond in gezogen. Ik zou mijn vaders leven nooit overnemen, om de dooie dood zou ik niet in datzelfde miezerige bureau terechtkomen waar hij samen met zijn schijndode collega's de dagen tot zijn pensioen zat af te tellen. Voor mij geen decor van grimmige, metalen wandkasten, volgestouwd met mappen die uitpuilen van de nutteloze statistieken, zorgvuldig opgetekend ter onderbouwing van Het Grote Niets. Wel verdomme, ik kan inderdaad met enige trots van de daken schreeuwen dat ik niet in datzelfde klotekamertje terecht gekomen ben. Ik zit namelijk twee verdiepingen hoger. Vrolijke, vrolijke vrienden verhaalt het sneeuwbaleffect van een zomer met foute vrienden. Dimitri Verbelen beschrijft treffend hoe een middag nablijven gebeurtenissen in gang zet die jaren later een leven kunnen verwoesten. Of toch niet?