De vrouw met de zes slapers, een van zijn latere romans, is een avontuurlijk en allerplezierigst boek. Het verhaal speelt zich af rond een middeleeuws kasteel, waar de hoofdfiguur, een barones, een zonnige jeugd doorbrengt. Na allerlei ingrijpende gebeurtenissen vertrekt de barones om pas na jaren als een vroeg vergrijsde vrouw met haar huishoudster terug te keren naar het kasteel. Na een verschrikkelijke nacht betrekken zes mannen de wacht in de grote, holle ruimten. Deze ‘slapers’ vertegenwoordigen zes zeer uiteenlopende menselijke levens. Het dorp ziet toe op het kasteel en zijn bewoners en slaat de gebeurtenissen gade; de slapers zien toe op de kasteelvrouwe, die ze niet doorgronden. Totdat de onthullingen bij haar dood en begrafenis iets laten zien van de wonderlijke eenzaamheid van deze vrouw.