China bevindt zich, aan de vooravond van de Revolutie (1949), op een keerpunt in de geschiedenis, tussen traditie en moderniteit, en laat voor het eerst werkelijk vreemd gedachtegoed toe binnen de landsgrenzen. Haar verwanten voegen zich niet langer naar haar wil. En madame Wu leert een zonderlinge missionaris kennen en liefhebben die haar ogen opent en voor een kentering in haar bestaan zorgt. Buck schildert liefdevol het dagelijks leven van de Chinese bovenklasse tot in het kleinste detail in deze zeer vrijmoedige roman over vrouwenlevens en zelfbestemming. Het boek geeft een levendig tijdsbeeld van het China in de eerste helft van de twintigste eeuw.
"Vrouwenpaviljoen is een zoekende, volwassen studie naar vrouwen die met diepe ernst en groot invoelingsvermogen is geschreven, en zou talrijke lezeressen moeten bereiken. Het eerlijke, onopgesmukte proza van Buck sluit goed aan bij de delicate onderwerpen die ter sprake komen." – The New York Time