Eén-en-twintig waarvertelde geschiedenissen in een bundel vol tandbederf en haaruitval. Melancholieke overpeinzingen afgewisseld met het betere gooi- en smijtwerk en gluren bij de buren.
Duik in het geheime leven van kermisartiesten, bajesklanten en Japanse veldheren. Ontdek nieuwe feiten over het giganteske geslachtsorgaan van de gangster John Dillinger en de woonwagenbrand waarin Django Reinhardt bijna het leven liet.
Over het Einde van de Wereld (volgens verschillende beproefde methoden) en het geluid dat televisies maken wanneer ze uiteenspatten op het trottoir. Verhalen over voortsluipende flatgebouwen en de onnatuurlijke liefde voor plastic poppen, propvol filmverwijzingen en psychologie van de koude grond.
Waarschuwing: De realiteit wordt vergaand gemanipuleerd om de fictie te laten kloppen.
Van Marcel Orie (1976) verscheen eerder bij Verschijnsel de roman Een masker met een tong (2009).
Jan J.B. Kuipers: 'De achtergrond van zijn verhalen is niet een consistente werkelijkheidsconventie, maar een hutspot van oudere cultuurproductie, een palimpsestmethode die óók typisch postmodernistisch is.'
Bob van Laerhoven voor NBD: 'Orie schrijft beeldend, soepel en poëtisch.'
Floris Kleijne in Locus: 'Inspired by, among other things, Commedia
dell'arte, westerns, manga, masked vigilantes and historical rumour, this ouroboric almost-but-not-quite-a novel proves Orie's talent as a teller of wildly imaginative tales that are as gripping as they are insightful.'