In augustus 1897 begint de jonge Belgische commandant Adrien de Gerlache aan een driejarige expeditie aan boord van het robuuste schip de Belgica, in de hoop op roem en succes. Zijn bestemming was het nog niet in kaart gebrachte einde van de wereld: het ijzige continent Antarctica.
Maar het voornemen van De Gerlache om de eerste te zijn die de geomagnetische zuidpool bereikt, was al snel tot mislukken gedoemd. Na een reeks kostbare tegenvallers zag de commandant zich gesteld tegenover twee ongunstige keuzemogelijkheden: terugkeren zonder zijn doel te hebben bereikt en zijn mannen de vernietigende antarctische winter besparen, of onbesuisd de roem najagen door de langzaam bevriezende wateren binnen te varen. De Gerlache besloot tot dat laatste en al snel zat de Belgica gevangen in de ijzige greep van de Bellingshausenzee. Toen de zon voor de laatste keer onderging in dat schitterende poollandschap, waren de opvarenden veroordeeld tot een eindeloze nacht die maandenlang zou duren. Geplaagd door een mysterieuze ziekte en overvallen door verveling werden ze in het donker langzaam maar zeker krankzinnig.
In dit meeslepende boek vertelt Julian Sancton een verhaal waarin avontuur en verschrikking de boventoon voeren. Toen de bemanningsleden van de Belgica op de rand van de totale ineenstorting stonden, vertrouwde De Gerlache in toenemende mate op twee jonge officieren die in de gedwongen gevangenschap steeds meer genegenheid voor elkaar hadden gekregen: de enige Amerikaan in het gezelschap, dr. Frederick Cook - deels genie, deels oplichter - wiens latere misstappen een schaduw wierpen op zijn briljante optreden op de Belgica, en de eerste stuurman van het schip, de niet lang daarna al legendarische Roald Amundsen, die als jongen al het schoolvoorbeeld was van een zeeman. Met zijn tweeën dokterden zij een wanhopig en tot mislukken gedoemd plan uit om aan het ijs te ontsnappen - een plan waarmee hun namen in de annalen van de geschiedenis gegrift zouden staan óf dat hen zou veroordelen tot een gruwelijk einde op de bodem van de oceaan.
Sancton baseerde zich op de dagboeken en scheepsjournalen van de bemanningsleden van de Belgica en had als enige toegang tot het logboek van het schip. Zijn verhaal over menselijke grenzen leest als een spannende roman en het resultaat is zo verrassend dat zelfs de nasa het boek bestudeert bij zijn onderzoek naar afzondering met het oog op toekomstige reizen naar Mars. Reis naar het einde van de poolnacht, een maritieme thriller en een gothic novel ineen, beschrijft een onvergetelijke reis in de duisternis.