Klas Georgsson ziet door zijn verrekijker een weelderige wereld vol vinken, sperwers, mussen en oneindig veel mogelijkheden. Wanneer hij zijn verrekijker laat zakken kijkt hij weer uit over de magere akkerlanden van de familieboerderij. Hij ziet zijn vader Agne voorovergebogen over het erf lopen, die net als de generaties boeren voor hem moeite heeft om het land rendabel te maken.
Klas’ interesse ligt echter niet bij het boerenbedrijf. Hij verlangt naar de vrijheid van de vogeltrek, maar aan de verwachtingen van zijn vader kan hij niet ontsnappen.
Klas’ interesse ligt echter niet bij het boerenbedrijf. Hij verlangt naar de vrijheid van de vogeltrek, maar aan de verwachtingen van zijn vader kan hij niet ontsnappen.