Bij Calvino betekent die uitspraak meer dan het op het eerste gezicht lijkt. Nadat hij veertien definities van ‘de klassieken’ heeft geformuleerd, geeft hij aan de hand van boeken uit zijn eigen bibliotheek vijfendertig antwoorden op de vraag waarom het zo belangrijk is om boeken uit het verleden te lezen. Calvino’s levendige en inventieve omgang met Flaubert, Dickens, Tolstoj en Twain – om een paar van de besproken auteurs te noemen – inspireert iedere lezer de klassieken te lezen of te herlezen.