Ze lijken zo gelukkig samen, er gloort toekomst, maar precies op dat moment verbreekt de Syrische vluchteling Karim (om veiligheidsredenen niet zijn echte naam) de relatie met zijn Nederlandse geliefde. Ze blijven bevriend, dat wel, maar uitleggen waarom hij niet meer met haar verder wil? Hij kan het niet.
In deze lange brief aan zijn voormalige geliefde probeert Karim onder woorden te brengen ‘waarover hij niet spreken kan’ – zijn jeugd onder de dictatuur van Assad, de demonstraties en het ondergrondse activisme waar hij aan deelnam, het langdurige verblijf in een afschuwelijke martelgevangenis. Getuigen moet hij, namens de vele duizenden die niet meer kunnen spreken. Maar hoe?
Désanne van Brederode heeft een originele literaire vorm gevonden voor het levensverhaal van Karim, die in de gevangenis folteringen en ontberingen heeft moeten doorstaan. Hij noemt zich liever geen vluchteling, maar een activist. Geen getraumatiseerd slachtoffer, maar een overlever.