's Avonds zit ik hier op de rots. Dan kijk ik uit over de zee en wacht tot de zon gaat zakken in de verste verte.
De zomer is overal, hij brandt. Iedereen snakt naar regen. Ik wacht op de wind die mij weg zal voeren.
Verder is alles net als anders, hier met opa op het eiland.
Maar toch niet helemaal.
Er is iets anders in mij.
Plotseling stond ze daar, zomaar.
'Ik heb jou gezien', zei ze.
Ik wist niet wat ik moest antwoorden,
je begint meestal toch met een 'hoi' of zo.
Een eiland. Een zomervakantie.
Een opa. Twee meisjes.
Een gestrande walvis.
En al het andere ver achter de horizon.
Of in het diepe donker van de zee.
Bekroond met de Augustprijs, de belangrijkste Zweedse literaire onderscheiding.