Teheran, 1978. De jonge geliefden Nahid en Masood zijn vastbesloten om het sjah-regime omver te werpen en te helpen om een democratie tot stand te brengen in Iran. Op een avond neemt Nahid haar jongere zusje mee naar een grote demonstratie. Er wordt geschoten. Ze laat de hand van haar zusje even los, en alles verandert.
De revolutie breekt uit, en Nahid en Masood zijn gedwongen te vluchten. Daarnaast ontdekt Nahid dat ze zwanger is. Ze gaan met vervalste papieren naar Zweden, om daar in veiligheid te kunnen leven.
Dertig jaar later ligt Nahid in een ziekenhuisbed in Zweden en haar leven speelt zich voor haar ogen af. Ze is woedend op alles en iedereen. Op haar verzorgers, op Masood, op haar zwangere dochter. Ze is boos op haar recente diagnose van kanker, en op haar ballingschap. En vooral op de mensen die, terwijl ze beweren het te begrijpen, niets weten van wat ze heeft meegemaakt.
Wachten op Noora is geschreven met verbazingwekkende eerlijkheid, duistere humor en een onweerstaanbaar urgentie. Het is een roman die bruist van zowel verdriet als een onbedwingbare joie de vivre.