Met tien indrukwekkende en gelauwerde bundels op haar naam is Anneke Brassinga een van de belangrijkste dichters van ons land. ‘Buitenissig en exuberant… Afwisselend burlesk, diep ernstig, euforisch en een beetje hitsig’, schreef Trouw. En De Morgen: ‘Even unieke, levenslustige als prachtige poëzie’. Brassinga experimenteert uitbundig met de taal en met vergeten, in onbruik geraakte woorden. Haar toon is afwisselend romantisch, luchtig en ingetogen; schijnbaar moeiteloos wisselt ze van poëtische stijlen en verbindt ze zaken, personen, beelden en emoties.
‘Voorbij, gang voorbij, gaan:
op de uiterste schrede zie je als in donker glas
het evenbeeld dat oorverdovend
oogverblindend nadert – en versplintert,
samenvalt met wie je was.’