Op nuchtere en soms humoristische toon voert Wolffers de lezer mee van artsen die moeite hebben in gewoon Nederlands te vertellen wat er aan de hand is naar de Iraanse radiotherapeut die wél alles bij naam noemt. Van zijn oude moeder, aan wie hij het slechte nieuwe moet vertellen, naar zijn vrouw, de schrijfster Marion Bloem, die niet meer aan haar werk toekomt en steeds bezig is voedzame maaltijden klaar te maken. En van zijn zoon, die hem zijn gelukssteen geeft, weer terug naar de verpleegkundigen in de behandelkamer.