Het boek bestaat uit vier delen. In het eerste deel beschrijven de diverse hulpverleners wie zij zijn, in het tweede deel wat zij doen en in het derde deel wat zij weten. Het vierde deel behandelt algemene thema’s, zoals zingeving, suïcide, suggesties om het vak te verbeteren en toekomstverwachtingen. De verhalen van de hulpverleners worden op een bijzondere wijze afgewisseld met de bijna altijd indrukwekkende verhalen van cliënten (of zijn het nou toch patiënten?). Het is bijzonder lezenswaardig wanneer ervaringsdeskundigen met vaak complexe psychische problemen, hun levensverhalen beschrijven en bruikbare adviezen geven.
Tussendoor zijn er talloze wijsheden of tips te vinden, zoals: Raap telkens als je valt iets op. Je moet een vak kiezen waarvan je de routine wel aardig vindt. Tijd brengt genezing. Een patiënt is meer dan alleen een wandelend ziektebeeld. Blijf nou toch fris en onbevangen! Deze zijn vast bruikbaar of bedoeld voor hulpverleners die vast dreigen te lopen binnen hun eigen werkomgeving of die juist nog inspiratie willen opdoen. Het biedt ronduit verlichting en hoop dat door vele schrijvers het belang van humor en relativering wordt benadrukt (met soms voorbeelden van harde grappen) en dat er op diverse terreinen wel degelijk vooruitgang werd, wordt en zal worden geboekt.