Op een avond in april wordt Thomas Berg, hoofdinspecteur bij de federale politie van Leuven, omvergereden. Zijn arm is gebroken, de chauffeur pleegt vluchtmisdrijf. Een week later wordt een bevriend echtpaar van Berg vermoord. De dader laat hen op een bizarre manier achter, vastgebonden op stoelen en met een plastic zak over hun hoofd. In hun onmiddellijke nabijheid treft de politie een cijfer aan. Omdat Berg met ziekteverlof is en de slachtoffers kende, mag hij het onderzoek niet zelf voeren. Zijn frustratie en machteloosheid worden nog groter wanneer een tweede koppel uit zijn kennissenkring op dezelfde wijze wordt gedood. Ook dit keer laat de dader een getal achter. Berg is ontzet wanneer hij ontdekt dat de moorden verband houden met zijn verleden en met de grote liefde van zijn leven. Tegen het bevel van zijn superieuren in gaat hij zelf achter de moordenaar aan.