In het jaar 1811 wordt Anton als straf uit het Amsterdamse weeshuis gezet waar hij woont. Hij wordt overgedragen aan de Fransen en zal verplicht moeten meevechten met het leger van de Franse keizer Napoleon, dat Holland bezet. De tweelingbroers Jan en Kees gaan achter hun vriend Anton aan. Twee van de drie jongens raken later betrokken bij een mislukte aanslag op Napoleon. Uiteindelijk kunnen ze ontsnappen en vluchten ze richting Berlijn. Tijdens hun militaire opleiding worden de twee vrienden uit elkaar gehaald. Maar aan het eind vechten ze samen tegen de Fransen met de bedoeling hun land te helpen bevrijden.