De negenjarige Conor lijkt autistisch. Hij is zeer gesloten, stoot alleen klanken uit en is onafscheidelijk van zijn speelgoedkat. Zijn moeder Laura kan hem nauwelijks aan. Morgana, Conors jongere zusje, is de enige die hem begrijpt. Ze beweert dat hij geesten kan zien. Kinderpsychiater James Innes weet langzaam door te dringen in Conors angstige wereld en raakt ervan overtuigd dat de jongen helemaal niet autistisch is, maar ernstig getraumatiseerd. James maakt zich meer zorgen over de eenzame Laura, die evenals haar zoon in een verzonnen wereld lijkt te leven – een wereld die een verschrikkelijk geheim verbergt.