Heel wat Belgen maakten tijdens WOII een bewuste keuze: collaboratie of verzet. Over die laatste groep is veel minder bekend dan over de eerste.
Nochtans telden verzetsgroepen naar het einde van de oorlog toe ongeveer 150.000 leden. In de zomer van 1944 pleegden ze tot 600 sabotageacties per maand en via ontsnappingslijnen konden honderden piloten naar Engeland terugkeren. Het verzet gaf steun aan families van weggevoerden, ontsnapte buitenlandse krijgsgevangenen en talloze onderduikers, onder wie duizenden Joden die zo van een zekere dood werden gered. De sluikpers sprak de burgers moed in, bezorgde tienduizenden documenten aan de geallieerde inlichtingendiensten en verschafte een reële steun bij de bevrijdingsgevechten. Er zijn ook controversiële aspecten, zoals de moordaanslagen op collaborateurs en de straatrepressie. Met name dat laatste liet vooral in Vlaanderen na de oorlog een wrange herinnering na.
Dit boek geeft een helder overzicht van de feiten en reikt de sleutels aan om zelf op zoek te gaan naar het verzetsverleden van familieleden in binnen- en buitenlandse archieven.
Met een inleiding van Nico Wouters, directeur van het CegeSoma (Studie- en documentatiecentrum Oorlog en hedendaagse Maatschappij).