'Meerderheid Nederlanders tegen versoepeling ontslagrecht', 'PvdA zakt steeds verder weg in peilingen', 'Een op de tien Nederlanders is racistisch'?
Opiniepeilingen zijn alomtegenwoordig. Continu wordt gemeten op hoeveel zetels de politieke partijen staan. Bijna dagelijks wordt gepeild wat de burgers vinden over talloze kwesties, variƫrend van de veiligheid in de wijk tot de nieuwste plannen van 'Den Haag'. Belangrijke informatie, want in de ogen van velen vertellen opiniepeilingen ons tot op de procent nauwkeurig wat 'de wil van het volk' is.
Maar is het vertrouwen in opinieonderzoek altijd terecht? Zijn de resultaten wel representatief? Hebben mensen echt een mening over alle zaken die hen worden voorgelegd? Of roepen ze maar wat? En is zulk onderzoek goed voor onze democratie, of maakt het de kloof tussen burger en politiek alleen maar groter? Zouden peilingen kort voor de verkiezingen verboden moeten worden?
Dit prikkelende boek is bedoeld voor iedereen die wil weten wat de waarde is van al die opiniepeilingen. Aan de hand van actuele voorbeelden wordt helder uitgelegd hoe opinieonderzoek werkt en waar het fout kan gaan. Daarbij wordt uitgebreid ingegaan op de betekenis van opiniepeilingen voor democratie en politiek. Aldus vormt dit boek een spoedcursus gezonde scepsis die de lezer helpt het goede van het slechte opinieonderzoek te onderscheiden.