Wat er op het spel staat opent met het dubbeltalent van dichter en schilder Lucebert en een prikkelend essay over de 'de eeuwig jeugdige feestvierder' Remco Campert. Offermans' kritische blik op de 'zogenaamde Grote Drie' en zijn herwaardering van de experimentele Ivo Michiels, Jacq Vogelaar en Sybren Polet verdiepen en nuanceren ons beeld van deze schrijvers en leveren verrassende inzichten in hun oeuvres.
Aan de hand van het werk van onder andere A.F.Th. van der Heijden, Tom Lanoye en Joke van Leeuwen analyseert Offermans - altijd met een bewonderenswaardige open blik - wat er in recentere jaren op het programma van de interessantste schrijvers is komen te staan: het onderzoek naar de eigen geschiedenis, in autobiografische vorm of anderszins. 'De literatuur wil de lezer niet van zich vervreemden', stelt hij. 'Ze wil, integendeel, de complexe realiteit verhelderen.'
Wat er op het spel staat, Literatuur en kunst in de schaduw van de avant-garde biedt de oriëntatie die in het cultureel klimaat van tegenwoordig zo broodnodig is. Even diepgravende als toegankelijke bespiegelingen over de betekenis en maatschappelijke invloed van de Nederlandstalige literatuur, van een groot stilist en een van de toonaangevende essayisten van Nederland.