In weerwil van de grote economische crisis van eind jaren twintig geloven Johannes Pinneberg en zijn vrouw Engeltje in het geluk. Maar dat geluk wil - kort voor de machtovername van de nationaalsocialisten - maar niet komen. Pinneberg is amper met zijn Engeltje getrouwd of de eerste problemen doen zich al voor. Als verkoper op de afdeling herenmode in het warenhuis leert Pinneberg: de kleine man moet werken als een paard - of hij vliegt eruit. En Pinneberg vliegt eruit omdat hij te weinig omzet haalt. Hij moet zich aansluiten bij het leger van mijoenen werklozen. Maar Engeltje geeft niet op en neemt het heft van het heft van het leven van haar vertwijfelde man in handen.