'Wat overblijft is naamloos' is een tragikomedie. Over moeder-dochterrelaties in tweevoud. Over de vraag of ons leven gedetermineerd is. En door wie of wat. Tom Cornu vertelt een verhaal dat even literair als humoristisch is.
“Soms lopen mensen hand in hand. Dan heeft men het vermoeden dat ze elkaar raken. Soms zijn mensen genetisch gelinkt –vader en dochter, moeder en zoon– dan moeten ze elkaar graag zien. Soms staan mensen op een hoopje. Rond een bed bijvoorbeeld. Ze spreken samenzweerderig. Alsof ze verbonden zijn.”
Tom Cornu (1975) studeerde geneeskunde, vloog als arts naar Kenia en Liberia, deed een poging om het klimaat te redden maar besloot uiteindelijk te doen wat hij graag doet, wat hij goed kan. In de voorbije jaren schreef en regisseerde hij toneelstukken en een documentaire. Naast dit alles bleef hij mens: hij werd verliefd, trouwde en kreeg twee dochters. En toen schreef hij de roman 'Wat overblijft is naamloos'.