Een vrouw beschrijft een reeks ontmoetingen die ze in de loop van haar leven met verschillende mensen heeft. Dat zijn mensen die ze goed kent, zoals de oude vriendin die ze opzoekt in een kankerkliniek, maar ook wildvreemden. Wat ze gemeen hebben is een behoefte om over zichzelf te praten. Zo wordt een portret gevormd van hoe we in deze door crises geteisterde wereld leven en van de drastisch veranderende aard van menselijke relaties in onze tijd. De verteller is een luisteraar die al haar verhalenvertellers passief aanhoort. Tot de vriendin in de kankerkliniek haar overrompelt met een uitzonderlijk verzoek en ze deelgenoot wordt gemaakt van iets wat zich ontwikkelt tot een intense en onuitwisbare ervaring.