In dit met milde ironie geschreven boek vertelt 'een buitenlands correspondent van een Nederlands Dagblad' over zijn ervaringen met vrouwen. Florrie, een in Parijs verdwaalde Vlaamse met hongerig hart: tot háár is het dat een Franse dokter, een recept uitschrijvend zegt: 'Ce qu'il vous faut, madame, c'est un amant'. Jennifer, de preutse provinciale Engelse, die het bitter berouwt in een zwak ogenblik aan de stem van haar bloed te hebben toegegeven, en schuldbeladen tot haar in de deugd zo sterke man terugkeert, de nooit volwassen geworden public schoolboy. De roekeloos en wat immoreel levende Carlotta, Romeinse, contessa dank zij haar cynisch aangegaan huwelijk met een oud graafje dat ze al spoedig in het graf geholpen heeft. Elena, Italiaanse als zij, maar hoezeer verschillend in haar vreemde frustratie - gevolg van een ongelukkige jeugd en een ongezonde binding met haar enige broer.
Slechts een schrijver die de wereld zo intensief bereisd en beleefd heeft als Fabricius, kan met zo groot gemak vrouwen van verschillende nationaliteit volkomen voor ons doen leven een daarnaast een authentiek Rome - van voor en na de laatste oorlog - oproepen, en en passant ook nog het na-oorlogse Londen, Parijs, Capri, Salzburg.
Het thema van dit merkwaardig onorthodoxe boek met zijn moderne levenshouding is de menselijke eenzaamheid. Drie van de vier vrouwen waarmee de 'verteller' op zijn zwerftocht van stad naar stad intiem in aanraking komt, zijn ten ondergang gedoemd.
En de verteller zelf?
Slechts een schrijver die de wereld zo intensief bereisd en beleefd heeft als Fabricius, kan met zo groot gemak vrouwen van verschillende nationaliteit volkomen voor ons doen leven een daarnaast een authentiek Rome - van voor en na de laatste oorlog - oproepen, en en passant ook nog het na-oorlogse Londen, Parijs, Capri, Salzburg.
Het thema van dit merkwaardig onorthodoxe boek met zijn moderne levenshouding is de menselijke eenzaamheid. Drie van de vier vrouwen waarmee de 'verteller' op zijn zwerftocht van stad naar stad intiem in aanraking komt, zijn ten ondergang gedoemd.
En de verteller zelf?