Een adembenemende autobiografische roman over misbruik en de Nederlands-Indische zwijgcultuur
‘Wat als je jezelf te veel verhalen vertelt? Wat als ze verschillen, niet naast elkaar kunnen bestaan omdat ze onderling onverenigbaar zijn? Een lieve suikeroom, beste maatje. Twee handen op één buik, zoals jij ons altijd noemde. En tegelijk: schender van vertrouwen, van grenzen tussen wat van jou is, en wat van mij.’
Een vrouw, getrouwd en moeder van twee dochters, gaat na het overlijden van haar oom naar zijn appartement. Het is er leeg, vies en schimmelig. Vijfentwintig jaar geleden zagen ze elkaar voor het laatst. Sinds de dag dat ze haar ouders vertelde dat hij haar misbruikte, is haar Indische familie uiteengevallen.
In een opwelling begint ze de woning leeg te halen en schoon te maken. Om iets goed te maken of om het verleden uit te wissen. Ondertussen praat ze tegen hem, vertelt hem hoe haar leven is verlopen en vraagt zich af welk leven hij heeft geleid. En ze ontrafelt welk aandeel het Indische zwijgen heeft gehad in de geschiedenis van haar familie, en in haar eigen verleden. Het resultaat is een ontroerend, schrijnend en kwetsbaar verhaal dat onder je huid kruipt.
Aisha Dutrieux (1983) is schrijver en voormalig rechter. Ze schreef eerder de romans Het leven noemen en Wees niet bang. Beide ontvingen lovende recensies en Het leven noemen haalde de shortlist van de Hebban Debuutprijs. Daarnaast schrijft ze regelmatig columns voor de Volkskrant. Wat wij verzwijgen is haar eerste autobiografische roman.
Over Het leven noemen:
‘De sobere stijl, de kalme, niet woedende toon dragen bij aan de werking, de impact van dit verhaal over een schraal en aangevreten leven op een emotioneel rantsoen.’ Manon Uphoff
‘Een parel met een scherpe rand. […] Dutrieux schreef dit heftige verhaal sober op, waardoor het hard binnenkomt.’ Mezza
‘Dit boek is een mooie, goede en zonder waardeoordelen geschreven roman. Je mag er als lezer verder over nadenken. Een boek om samen over te praten.’ Wim Krings, Boekhandel Krings