Samuel Beckett schreef met Watt een grappig en ontroerend werk, een roman en filosofische overpeinzing in één, waarin tot in het absurde doorgevoerde logica gepaard gaat met bizarre monologen en dialogen, en ongerijmde gedachtenexercities.
Beckett schreef Watt met onderbrekingen in de jaren 1941-1946 (het boek werd pas in 1953 gepubliceerd). Een groot deel ervan ontstond terwijl hij van 1942 tot 1944 zat ondergedoken bij een wijnboer in de Vaucluse, waar hij naar eigen zeggen Watt schreef 'om niet gek te worden' - wat misschien deels de gekte van het boek verklaart. Watt is een opstap naar Wachten op Godot en de romantrilogie Molloy, Malone sterft en De onnoembare, maar ook een boek dat op eigen kracht een cruciale plaats in het oeuvre van Beckett inneemt.