Monroe, North Carolina, 1961. Robert F. Williams leidt geweldloze acties tegen de rassenscheiding in zijn stad. Als kort na elkaar zwarte vrouwen worden mishandeld door witte mannen en zwarte mannen worden vermoord door de Ku Klux Klan en de daders vrijuit gaan, roept Williams de zwarte bevolking op zich te bewapenen. Dat maakt hem tot doelwit: de KKK wil hem lynchen en de FBI verklaart hem tot staatsvijand nummer 1.
Halsoverkop vlucht hij, samen met zijn vrouw en twee zoontjes. Eerst naar Cuba als gast van Fidel Castro, daarna naar China. Pas als Richard Nixon de banden met Mao Zedong aanhaalt kan het gezin huiswaarts keren.
Otten vertelt dit waargebeurde verhaal vanuit de jongste zoon en de vrouw van Williams, een wervelende roman over strijd tegen onrecht en opkomen voor het recht te mogen zijn wie je bent, ongeacht de consequenties. Geschreven vanuit zielsverwantschap is We hadden liefde, we hadden wapens een nieuw hoogtepunt in een eigenzinnig oeuvre.