‘Je was meer brandpunt dan baken voor me. Alleen door naar je op te zien, denk ik wel eens, kon ik vergeten hoezeer ik naar je uitkeek. Ik was blind voor dat deel van jou dat zichzelf verachtte. Je liet je het heldendom aanleunen, was er maar verlegen mee, maar verguld: dat nooit. Hierna beloof ik je de persoonlijkheidscultus voor opgeheven te verklaren. Dan ben je vrij om, onbegrijpelijkerwijs, in de tijd ontbonden te zijn. Ik laat je achter en reis verder, hopelijk lichter.’
Bernard Wesselings eigenzinnige literaire memoir over zijn vader, een ongrijpbare classicus, laat zich lezen als een zoektocht naar de aard van verering. Hij hoopt hem van alle mythologie te ontdoen en als een levend wezen terug te vinden. Tijdens deze danteske afdaling wordt een pijnlijk geheim dat tussen hen spookte aan het licht gebracht.
Bernard Wesselings eigenzinnige literaire memoir over zijn vader, een ongrijpbare classicus, laat zich lezen als een zoektocht naar de aard van verering. Hij hoopt hem van alle mythologie te ontdoen en als een levend wezen terug te vinden. Tijdens deze danteske afdaling wordt een pijnlijk geheim dat tussen hen spookte aan het licht gebracht.