We zijn nog lang niet halverwege bevindt zich in het schemergebied tussen poëzie en fantasy, waar verdriet de vleugels heeft van een fabeldier en de zon een pinguïn is. Voor iedereen die ervan houdt te ontsnappen naar een wereld waar je verdwenen vrienden terugkeren, waar dieren kunnen praten en waar je je zorgen als luchtballonnen op kan laten.
Een bundel over reizen, maar vooral over reiken, naar anderen, want je verhouden tot een ander is een uitstapje op zichzelf.
