Op de vroege ochtend van 2 juli 1998 schrikt inspecteur Bart Blommestijn wakker uit een nachtmerrie. Enkele uren later wordt het vijfde slachtoffer gevonden van een moordenaar die de politie 'de dumper' noemt. Hij laat al zijn slachtoffers als grof vuil achter in een bosrijke omgeving, maar sporen laat hij niet na. Hierdoor stagneert het onderzoek al snel weer en wordt op Barts aandringen een profiler bij de zaak betrokken. Tegelijkertijd blijven nachtmerries Bart teisteren. Om ervan af te komen, raadt een vriendin aan om naar een regressietherapeut te gaan, maar Bart houdt de boot voorlopig af. Dan doet de profiler een interessante suggestie, waarmee de impasse in het onderzoek misschien doorbroken wordt.