In een poging de aandacht van het grote publiek van de Protocollen af te leiden, wordt bij herhaling beweerd dat de uitgave van dit geschrift als een daad van antisemitisme beschouwd moet worden omdat het een document van een joods samenzweringgenootschap zou betreffen dat nooit heeft bestaan en het dus om een vervalst geschrift moet gaan. Een nauwkeurige bestudering van de Protocollen toont echter aan dat de vraag naar de echtheid van het geschrift een absurde vraag is. Wanneer men namelijk het tijdstip (eind 19e eeuw) waarop de Protocollen opgeschreven werden in ogenschouw neemt, moet men, wanneer het om een vervalsing gaat, vaststellen dat de auteur een fout beroep gekozen heeft. Hij had dan namelijk profeet moeten worden.
Het bewijs van echtheid wordt geleverd door de inhoud van de Protocollen zelf en de dodelijke precisie van de toekomstvoorspellingen. Een terugblik op de gebeurtenissen van de laatste honderd jaar laat zien dat nagenoeg alle plannen zoals vermeld in de Protocollen op wonderbaarlijke, vaak schrikbarende wijze zijn uitgekomen. Zij bevatten een exact programma dat onverbiddelijk ten uitvoer is gebracht.
Wie zich werkelijk in de Protocollen verdiept kan amper geloven dat de anonieme auteur ervan een vervalser was. Het lijkt er namelijk veel meer op dat we te maken hebben met iemand die goed op de hoogte was van meerdere geheime plannen.
Dit boek geeft helderheid, niet alleen hoe de macht achter de schermen opereert, maar ook hoe de coronapandemie en de Great Reset met het duivelse masterplan zijn verbonden.
Volgens extreemrechtse groepen met nazisympathieën en antisemitische kringen handelen de Protocollen over een wereldwijde joodse samenzwering. In dit boek wordt voor eens en altijd afgerekend met de beschuldigingen tegen de joden. Het joodse volk heeft part noch deel aan het ontstaan van de Protocollen. Ook hebben de Protocollen niets met een joodse samenzwering te maken.