De vijfentwintigjarige Gideon vindt een baan als vertaler bij een internationaal software-concern, dat bureaucratisch is georganiseerd en in het geheim bezielt van een mondiale commerciële ideologie die de hele mensheid moet veranderen. Het kantoor ligt buiten Amsterdam, Zesentwintig verdiepingen van het rookgas, met uitzicht op andere blinde, spiegelende torens. Zijn moeder, Hester, die alleen woont in Den Haag, besluit na lange aarzeling haar zoon te informeren over de achtergronden van zijn eenzame vaderloze jeugd, en over zijn vervolgde en vermoorde Joodse familie. Tegelijkertijd ontdekt hij de waarheid ontdekt hij de waarheid omtrent zijn vader David Reister, een geassimileerde Joodse intellectueel, die zich heeft teruggetrokken in een wereld van louter boeken. Na een wonderbaarlijke ontmoeting vertrekken zij naar een Nieuwe Wereld.