‘Met een vlotte en zeer leesbare pen, schrijft Jaco Berveling over een stukje wandelgeschiedenis waarvan ik tot voor kort het bestaan niet wist. Een aanrader voor iedereen die van wandelen én geschiedenis houdt!’ - Lana Witte-de Wit, wandelfanaat en Wandelaar des Vaderlands.
De wereld is klein geworden. Veel Nederlanders verkennen met het vliegtuig, de auto of de trein alle uithoeken van de wereld. Ruim honderd jaar geleden pakt een grote groep jonge arbeiders het anders aan. Tussen 1905 en 1935 gaan ze te voet (of met de fiets) massaal op wereldreis. Het ‘globetrotten’ wordt een rage.
Hun motieven verschillen. Sommigen vertrekken uit idealisme, anderen juist uit gemakzucht en een derde groep is oprecht geïnteresseerd in andere landen en culturen. Anderen worden gelokt door het avontuur en een laatste groep bestaat uit globetrotters die armoede of andere ellende willen ontvluchten. Twee dingen hebben ze gemeen: het bezit van een paar stevige wandelschoenen en alle tijd van de wereld.
Auteur Jaco Berveling laat deze vergeten periode herleven. Hij geeft de vijf groepen wereldwandelaars (en enkele wereldfietsers) letterlijk en figuurlijk een gezicht. ‘Figuurlijk’ door het beschrijven van de opmerkelijke belevenissen van de globetrotters. ‘Letterlijk’ doordat hij de hand heeft weten te leggen op de portretkaarten die de wereldreizigers onderweg verkochten.
In het rijk geïllustreerde boek beschrijft Berveling de belevenissen en reisroutes van circa vijftig jonge Nederlandse wereldwandelaars. Ze vertrokken zonder een cent op zak, zonder enige talenkennis en sliepen onderweg in tenten, hooibergen, zelfgebouwde karren of spotgoedkope hotelletjes. De meest avontuurlijke globetrotters wisten Rusland, China, Nederlands-Indië en zelfs Australië te bereiken.
Wie vandaag de dag een eindje met de globetrotters zou willen meewandelen of -fietsen wordt in het boek bediend met wandel- en fietstips.