Ten noorden van IJsselmonde ligt een wetland: een moerasgebied met bossen, weilanden en rietvelden. Ooit was dit het domein van de inwoners van Kerkdorp, die volstrekt afgezonderd van de wereld een vrij bestaan leidden. Toen de rietteelt niet meer rendeerde, verkochten de riettelers hun land aan de Stichting Wetland, een particuliere club natuurbeschermers. Maar het ging niet van harte en vooral Arthur Romkes en zijn zonen leven op voet van oorlog met de nieuwe "heersers". De strijd tussen riettelers en natuurbeschermers gaat voorbij aan de forensen, die er een venershuis kochten. Tot een van hen, Maurits Weiland, op een morgen een otter ziet, een sensationele vondst die wetland De Kragge een ereplaats zal geven tussen de Europese wetlands en een einde zal maken aan de conflicten. Als hij zijn vondst wil melden aan de reservaatbeheerder doet hij een gruwelijke ontdekking... waardoor hij geconfronteerd wordt met de onzachtzinnige methodes van inspecteur Ben van Arkel.
Jacob Vis, zelf ooit beheerder van een wetland, beschrijft in deze misdaadroman een spannende 'inside-story', waarmee hij zijn naam als een van de beste Nederlandse thrillerauteurs weer eer aandoet. Met Het Hoofd en De Bidsprinkhaan werd Jacob Vis genomineerd voor de 'Gouden Strop', de prijs voor het spannendste Nederlandstalige boek.