Sylvia Dusault is dochter van een rijke textielfabrikant in Twente. Ze werkt in het bedrijf van haar vader en voelt zich opgesloten in het provinciale Oldenzaal. Dan vallen in mei 1940 de Duitsers Nederland binnen en wordt de fabriek en ook de villa van de Dusaults regelmatig bezocht door een Duitse officier. Sylvia ziet met lede ogen aan hoe haar vader, om economisch te overleven, compromissen sluit met de vijand.
Guy Meyer, korporaal in het Franse 7e leger, belandt in een Duits krijgsgevangenenkamp in Neder-Saksen. Het lukt hem daaruit te ontsnappen, maar bij de Nederlandse grens wordt hij onder vuur genomen. Guy ontkomt maar net en hij wordt opgevangen door een Twentse verzetsorganisatie. Sylvia Dusault, actief binnen het verzet, brengt hem medicijnen en voedsel en luistert naar zijn verhalen, die voor haar synoniem zijn aan het spannende leven waar ze naar verlangt. Tussen hen beiden bloeit de liefde op en ze zoeken een manier om Guy in Twente te laten blijven: hij gaat werken in de fabriek van Sylvia’s vader.