Who the hell is Trudy? Een vrouw zoals er maar één in het land rondloopt. Jaren geleden hoorde schrijver en journalist Peter Henk Steenhuis haar spreken op een verjaardagsfeest. Wat een liefdevolle moeder, wat een manwijf, wat een autonomie, wat een humor. En wat een dramatische levensloop, zonder dat ze er een ogenblik dramatisch over doet. Een vrouw om wie je niet heen kunt: zelfredzaam en nooit kapot te krijgen, wat er ook gebeurt. Zelfs een regelrechte moordaanslag is zij zonder wraakgevoelens te boven gekomen.
Vanaf het eerste moment dat ik Trudy hoorde vertellen, wist ik dat ik ooit haar hele verhaal wilde horen. Omdat Trudy bewijst hoe geweldig het is pleegmoeder te zijn, al moet je je pleegzoon uiteindelijk aan de straat prijsgeven. Dat je je nooit hoeft te schamen, ook niet als je folders rondbrengt om de studie van je zoon te bekostigen. Dat ongeluk in de liefde niet tot verbittering hoeft te leiden, zelfs niet als je kaak met je eigen bijl wordt verbrijzeld. Dat je 'van ijzerdraad aan elkaar kunt hangen' en toch vrolijk met een motorzaag bomen kunt blijven omzagen. En dat je met een flinke dagelijkse dosis morfine - genoeg om een ander langdurig onder zeil te brengen - kunt leven, leven en nog eens leven.
Peter Henk Steenhuis (1969), redacteur bij dagblad Trouw, vertelt in dit boek het levensverhaal van Trudy Schilder (1959), geboren in Volendam en geworteld in Emmen.