Als de jonge Doruntina met een man uit Bohemen trouwt en tegen de zin van haar moeder naar dat verre land vertrekt, zweert haar broer Constantijn plechtig dat hij haar terug zal brengen wanneer haar moeder dat wenst. Oorlog en pest slaan toe en in korte tijd sterven alle negen broers van Doruntina. Ook Constantijn is dood, maar als de eenzaam achtergebleven moeder haar einde voelt naderen, klopt Doruntina in een donkere nacht aan de poort. Wie heeft haar gebracht? De vraag is op ieders lippen en brengt veel onrust teweeg. Is Constantijn uit zijn graf opgestaan om zijn gegeven woord - de in Albanië heilige besë - gestand te doen, zoals velen tot ergernis van vooral de kerkelijke autoriteiten beweren? of moet geloof worden gehecht aan de bekentenis die een rondtrekkende koopman op de pijnbank heeft gedaan? Kadare heeft in wie bracht Doruntina (198o) een legende verwerkt die een centrale rol speelt in het erfgoed van de Albanese cultuur. De roman, die de schrijver in ernstig conflict bracht met het communistische regime, verliest ook buiten de Albanese context niets aan zeggingskracht.