Op de Joodse begraafplaats van Worms staart een oude vrouw in gedachten verzonken naar twee graven. De stadsgids die haar begeleidt, vertelt dat onder een van de grafstenen Alexander Susskind ligt, een dertiende-eeuwse koopman die volgens de overlevering de eerste van zesendertig Rechtvaardigen was. En dat een
oude joodse legende zegt dat de wereld niet vergaat zolang er nog een van die Rechtvaardigen rondloopt.
De vrouw glimlacht vriendelijk en zegt: 'Ik kende Alexander, lang geleden.' Het is het begin van een haast Bijbelse vertelling waarin schijnbaar doodgewone stervelingen een hoofdrol vervullen. Langzaam maar zeker wordt zichtbaar hoe zij, over de grenzen van tijd en ruimte heen, met elkaar verbonden zijn.