Jacob B. werkt op de Kanselarij der Strafvervolging. Op zeker moment meent hij een bedreiging te bespeuren die het op hem lijkt te hebben voorzien. Aanvankelijk schrijft hij dit toe aan louter verbeelding. Dat verandert echter als hij op zeker moment een ambtenaar van het Rijkscommissariaat voor politieke kwesties op bezoek krijgt die hem in bedekte termen provoceert. Vanaf dat moment ontspint zich een nachtmerrie die slechts een onderdeel blijkt te zijn van een groter en uiterst macaber geheel waarin wreedheid en willekeur de boventoon voeren. Jacob B. zou geen kans meer krijgen om anderen deelgenoot te maken van het verschrikkelijke geheim. Pas jaren na zijn dood zou duidelijk worden wat er op mondiaal niveau werd opgezet en uitgevoerd.