Jazeker, het peloton kleurt almaar internationaler, maar één ding heeft de koers gemeen met het voetbal. Of het nu in de kopgroep is, aan de eindstreep of in de volgwagen, wielerliefhebbers uit de Lage Landen kijken toch nog altijd eerst naar twee vlaggetjes: zwart-geel-rood en rood-wit-blauw. Al sinds het begin wordt er gejuicht, verwenst, gevierd en vervloekt in het Nederlands.
Tussen Mathieu (van der Poel) versus Wout (van Aert) en Mathieu (Cordang) versus Cyriel (Van Hauwaert) zit meer dan Merckx (Eddy) tegen Zoetemelk (Joop). Anderhalve eeuw Nederland-België is ook Kopecky voor én tegen Vollering, Remco versus Jumbo, De Vlaeminck en Maertens tegen Raas en Knetemann, Middelkamp en Schulte versus Van Steenbergen en Schotte, Van Looy tegen Janssen en noem alle groten maar op.
150 jaar derby’s der Lage Landen op de fiets is echter ook een schatkamer vol begeesterende duels en bizarre confrontaties. Tussen veldrijders Liboton en Stamsnijder op de Tourmalet bijvoorbeeld. Met in de hoofdrollen soms vergeten helden (m/v) als – aan de ene kant van de grens – Harm Ottenbros, Wilma van der Wal en kunstschilder-coureur Ferdinand Hart Nibbrig en aan de andere kant onder anderen Victoire Van Nuffel, Désiré Keteleer en Elixir d’Anvers-miljonair Emile De Beukelaer.
Zet u schrap voor een dolle doortocht van de Ronde van Vlaanderen en de Ronde van Surhuisterveen, over de Cauberg en de Koppenberg, in het spoor van de Leeuw en de Zeeuw van Vlaanderen.