Een Antwerps gezin - moeder, vader en hun tienjarige zoontje Waldo - wordt hij het uitbreken van Wereldoorlog II meegesleurd door de chaotische stroom van burgers, die voor de Duitsers op de vlucht slaan. Bij een bombardement komen de ouders van Waldo om het leven. De weesjongen ontmoet toevallig het iets oudere buurmeisje Vera, dat in het gedrang haar moeder is kwijtgeraakt. De Duitsers hebben ondertussen de vluchtende massa ingehaald, en de kinderen beginnen hun terugtocht naar de vaderstad... Waldo en Vera trekken tijdens deze prachtige meimaand 194O door de 'Vlaamse bossen waar de koekoek roept, waar er opnieuw geen oorlog meer is en de liefelijke lente zacht en zonnig als het begin van een nieuwe tijd over de aarde ligt'. Helaas, in dit verrukkelijke pastorale decor staat de kinderen het gruwelijkste te wachten...