Waar in het proza van Laura Broekhuysen de taal centraal staat, wordt er in al haar gedichten gezocht naar een verhaal. Verbindingen tussen personages, tussen generaties, tussen een werkelijke en een fictieve ik, tussen IJslandse sagen en dagelijks leven, tussen moeder en vrouw, herinnering en voorstelling, inzage en inzicht, boom en rizoom. Toch blijft de verhaallijn onbenaderbaar, manifesteert die zich als iets wat per definitie niet toe te eigenen is. Hoe capabel ook, de plot zal je ontglippen, al had je ogen in je ellebogen, oren in elke porie. Laura Broekhuysen, die alom geprezen wordt om haar poëtische proza over haar emigratie naar IJsland, debuteert nu met glasheldere gedichten.